‘Zo’n bank zou ik willen’ zegt Joke en ze spreidt haar armen over de rugleuning van de bank op mijn kamer terwijl haar blik zich van haar linker naar haar rechterarm beweegt. Dan kijkt ze mij aan met een spijtige grimas die zegt dat die bank er waarschijnlijk nooit zal komen. ‘Een bank ja, waar je op kunt liggen, tv kunt kijken, op kunt ontspannen, zo lekker onderuit’ Ik trek mijn wenkbrauwen vragend op waarop ze mij het verhaal van haar leven en huwelijk vertelt.
Een slechte prognose
Joke komt bij mij omdat ze angstig is, bang om dood te gaan. Ze heeft darmkanker met uitzaaiingen in haar lever. De prognose is slecht; de arts zegt dat ze nog ongeveer 14 maanden heeft. Het sloeg in als een bom. Ze is nog zo jong met haar 52 jaar. Binnenkort start ze nog een chemokuur om haar leven wat te verlengen. Joke zat nog volop in het arbeidsproces en bracht tot nu toe de helft van het inkomen in. Dan vertelt ze over Harm en haar ogen stralen.
De liefde van haar leven
Ze vertelt dat ze 14 jaar samen zijn en hij de liefde van haar leven is. Harm heeft ook zijn eerste vrouw verloren aan kanker. ‘Voor hem is de situatie het ergste’ vertelt ze, ‘hij heeft het allemaal al een keer meegemaakt.’ Joke was voor haar relatie met Harm altijd alleen geweest. Ze trok bij hem in want haar huurhuis was veel kleiner dat zijn koophuis. Harm was zuinig op zijn spullen en dat kon Joke erg waarderen.
Ik vraag haar wat de connectie met de bank nu was. Dan zegt ze met enige schroom dat ze zo graag een bank had gehad, maar dat Harm dat niet nodig had gevonden. Ze hadden toch prachtige stoelen? En die waren toch heel prijzig geweest. Soms nam ze hem slinks mee langs de banken in het warenhuis, maar hij had het niet in de gaten.
De bank als metafoor
Ze moest van zichzelf vooral dankbaar zijn dat ze zo’n aardige man had. Joke durfde eigenlijk geen ruimte voor zichzelf in te nemen. Ik bedacht dat de bank een mooie metafoor was voor de ruimte die ze nu extra nodig had en ik besloot daarop door te vragen.
Hoe groot zou hij eigenlijk moeten zijn? En welke kleur? Waar zou hij kunnen staan in de kamer en hoe zou ze er gebruik van maken? Steeds enthousiaster vertelde ze mij over een lichtbruine bank die ze had gezien in een woonwinkel. Precies de goede maat. Ze kon er op liggen en samen met Harm op zitten en hangen voor de TV. Ook vroeg ik naar haar gevoelens over de bank. Ze zou zich meer geborgen voelen, ontspannen, maar vooral ook gezien en erkend in haar wens. Zo over de bank pratend zie ik haar van uitdrukking veranderen. Bij de deur zegt ze lachend: ik ga het er toch nog eens over hebben’.
Een paar weken later komt Joke binnen, ploft neer op de bank en zegt: ‘we hebben em besteld! Lichtbruin en hij vindt em ook mooi’. Ze had het er direct met Harm over gehad en hij was verbaasd dat ze dat nooit eerder zo tegen hem had gezegd. Dat weekend zijn ze hem gaan bekijken en kopen. Ze moesten zes weken wachten maar dat hield ze nu ook nog wel vol! De bank als metafoor had zijn taak volbracht.