Door Joyce Vermeer
Verdeeld over de zitplaatsen in mijn kamer zitten vader Jan, moeder Suzan, zoon Tim en dochter Jet; een ontredderd gezin. Suzan zit stil te luisteren hoe Jan vertelt wat er aan de hand is. Moeder heeft twee maanden geleden de diagnose darmkanker gekregen met zodanige uitzaaiingen dat ze geen kans meer heeft op genezing en nu palliatief wordt behandeld. De arts zegt dat ze nog 1 tot 2 jaar levensverwachting heeft. Tim blikt naar de vloer, terwijl Jet de hand van haar moeder pakt.
Als een bom ingeslagen
Suzan en Jan zijn 20 jaar bij elkaar en zij hebben twee kinderen, Jet van achttien en Tim van vijftien jaar. Jet is net op kamers gegaan voor haar studie in Groningen en Tim zit in vier HAVO en hoopt volgend jaar examen te doen. Ze zijn een hecht gezin en hebben een goed leven. Dan slaat de bom in hun gezinsleven in. De diagnose en de korte levensverwachting van Suzan zorgen voor acute stress en groot verdriet. Jan vertelt dit allemaal in korte zinnen.
Zo’n eerste gesprek nodigt vaak uit om alleen maar het verhaal te vertellen en zo de gebeurtenissen te ordenen. Emoties resoneren meestal als vanzelf mee. Ik laat daarom Jan vertellen en kijk zo nu en dan naar de andere gezinsleden. Ik zie dat Jet zich over haar moeder ontfermt terwijl haar vader spreekt en met zijn rug naar Tim zit. Tim zit in de hoek van de bank en kijkt naar de vloer. Suzan ziet er verslagen en hulpeloos uit.
Op de vuist
Op mijn vraag hoe het met ze is en hoe ze er nu mee omgaan vertelt Jan dat ze veel over de situatie praten en samen proberen er het beste van te maken. ‘Behalve Tim’, vervolgt hij met een hardere stem. Tim lijkt helemaal niet betrokken te zijn bij wat er gebeurt en Jan en hij hebben daar veel ruzie over. Tim trekt zich terug op zijn kamer, wil niet aan tafel komen en zit alleen te gamen, aldus Jan. “Ongehoord” zegt Jan en hij kijkt Tim boos aan. Dan barst Suzan in huilen uit en vertelt dat Jan en Tim zelfs een keer op de vuist zijn gegaan!
Ik heb dit al vaker gezien. Een gezin, ontregeld en uit het lood geslagen, midden in een dramatische ontwikkeling. Regelmatig is de ontregeling zo dat de onderlinge verhoudingen op scherp komen te staan en dat de normale veilige verbindingen uit balans zijn.
Ontlasten
Benieuwd naar ieders beleving hiervan vraag ik door. Jan en Suzan doen hun best alles bespreekbaar te maken, maar Tim is zo gesloten als een vat. Daarentegen is Jet heel betrokken en zorgt goed voor haar moeder. Ze is zo vaak als mogelijk thuis. Als ik Tim aankijk denk ik tranen te zien en vraag hem hoe het is om dat zo te horen. Hij aarzelt, maar vertelt dan dat hij radeloos is en niet weet hoe hij ermee moet omgaan. De discussies met zijn moeder over zijn huiswerk en het gamen maken dat hij zich schuldig voelt. Hij trekt zich daarom terug en is dan in ieder geval niet lastig.
Vergeven
Ik voel mededogen en probeer zijn woorden te re-framen en de schijnwerpers op zijn intentie te zetten. ‘Je probeert op deze manier dus te zorgen voor je moeder door juist niet lastig te zijn en discussies uit de weg te gaan? Tim knikt en ik kijk naar Jan en probeer vader en zoon weer te verbinden in het op gang komende gesprek. Dan vraag ik met zachte stem wat ze nu nodig hebben van elkaar, waarop Jan zegt ‘hem vastpakken en hem vergeven’. ‘Hij zit naast je, zeg ik, ‘wat let je?’ Jan en Tim veren tegelijk op en omarmen elkaar terwijl Suzan en Jet glimlachend toekijken. ”Kun jij je vader ook vergeven?” vraag ik aan Tim. Beiden huilen en lachen tegelijk.
Juist bij zo’n dramatische prognose van kanker in het gezin is het van groot belang dat er (weer) een veilige verbinding is om samen vorm te kunnen geven aan gevoelens en behoeften.